december 30, 2010
door sebvisser
Gisteren kwamen de veertien spelers die terugkeerden op de ballot aan bod, vandaag de negentien ‘nieuwe gezichten’. Onder deze spelers zit een aantal toppers, maar zoals elk jaar ook een behoorlijk aantal spelers dat volgend jaar naar alle waarschijnlijkheid niet op de ballot zal terugkeren.
Carlos Baerga
Baerga debuteerde voor de Cleveland Indians en maakte snel naam voor zichzelf. Hij maakte begin jaren negentig onderdeel uit van de sterke Cleveland Indians. De tweede honkman vormde daar een infield met onder andere Omar Vizquel en Jim Thome en stond in een line up met Albert Belle en Manny Ramirez. Zijn loopbaan kende eigenlijk maar vier hele goede jaren, tussen 1992 en 1996. ’92 en ’93 waren daarvan de beste, hij sloeg beide jaren boven de .300 en was de eerste tweede honkman sinds Hall of Famer Rogers Hornsby, die twee seizoenen achter elkaar meer dan 200 hits sloeg. Voeg daarbij nog twee keer meer dan 20 homeruns en je ziet waarom Baerga nu op de ballot staat. Na deze jaren speelden blessures hem parten en keerde hij nooit meer terug op zijn oude niveau. De kans lijkt klein dat Baerga Cooperstown gaat halen, vier goede seizoenen is over het algemeen niet genoeg om de Hall of Fame te bereiken. Baerga staat wel in de boeken als de eerste switch-hitter die in een inning met zowel links als rechts een homerun sloeg.
Jeff Bagwell
Als je aan Jeff Bagwell denkt, denk je meteen aan de Houston Astros en zijn aparte batting stance. Hij was samen met teamgenoot Craig Biggio in de jaren negentig en aan het begin van deze eeuw het gezicht van de Houston Astros. Bagwell wordt geroemd vanwege zijn slagkracht, maar ook vanwege zijn honklopen. Hij sloeg in zijn loopbaan 449 homeruns, 2314 hits en had een average van .297. Normaal gesproken niet direct goed genoeg voor de Hall of Fame. Maar Jeff Bagwell was in zijn tijd de beste eerste honkman in de Major League en dat weegt zwaar voor veel schrijvers. Bagwell werd in 1991 Rookie of the Year in de National League en werd drie jaar later al MVP. 1994 was dan ook zijn beste seizoen: in het seizoen dat ingekort werd vanwege de staking van de spelers sloeg hij .368 met 39 homeruns in slechts 400 slagbeurten. In de jaren (1991-2005) waarin Bagwell uitkwam in de Major League was hij tweede in RBIs, derde in runs, hits en walks en vijfde in homeruns. Hij is een van slechts twaalf spelers ooit met meer dan 400 homeruns en meer dan 200 gestolen honken. Bagwell lijkt een ‘shoo-in’ voor de Hall of Fame.
Brett Boone
Toen hij in 1992 debuteerde was Brett Boone de eerste speler in de Major League die lid was van een familie met drie generaties in de MLB. Zijn opa Ray was een infielder voor onder andere de Indians en de Tigers, zijn vader Bob was catcher voor de Phillies, Angels en Royals. Later kwam ook zijn broertje Aaron uit in de Major League voor de Reds, Yankees, Indians en Astros. De ‘Boone brothers’ schreven ooit geschiedenis door een infield te vormen met twee andere broers Stephen en Barry Larkin, van wie de laatste ook op de ballot staat. Brett Boone kende eigenlijk maar twee goede jaren, dit waren dan ook hele goede jaren. Als tweede honkman voor een van de meest succesvolle teams ooit – de 2001 Mariners wonnen 116 wedstrijden – sloeg hij .331 met 206 hits, 118 runs, 37 homeruns en 141 RBIs. Dit seizoen ging de boeken in als het beste seizoen voor een tweede honkman in de American League sinds de Tweede Wereldoorlog. Toch lijken zijn career stats niet toereikend: .266 met 252 homeruns en 1021 RBIs.
Kevin Brown
Brown valt in de ranglijst van rechtshandige startende werpers net onder de categorie van Bert Blyleven en zelfs Jack Morris. Hij won in zijn carrière 211 wedstrijden (90ste aller tijden) en zette 2397 slagmensen met drie slag aan de kant. Zijn career ERA is 3.28, maar Brown gaat waarschijnlijk Cooperstown net niet halen. Hij ging de geschiedenis in als de eerste honkballer die een contract tekende dat hem meer dan 100 miljoen dollar op zou leveren (in 7 jaar) en wordt vaak herdacht om minder positieve zaken. Zijn naam kwam voor in het Mitchell Report en hij werd zo in verband gebracht met steroids en hij sloeg eens na een gesprek met Yankees manager Joe Torre uit woede met zijn vuist tegen de muur, waarbij hij zijn hand brak. Van deze blessure keerde hij nooit meer helemaal terug, hoewel hij in 2004 samen met Javier Vazquez de schuld kreeg voor het 4-3 verlies in de ALCS tegen de Red Sox.
John Franco
Franco was gedurende zijn loopbaan de beste linkshandige reliever in de Major League. Hij kwam uit voor de Reds, Mets en Astros. Als closer pakte hij veel saves, met 424 saves staat hij vierde tussen de All Time Saves Leaders. Hij pakte in zijn carrière echter geen enkele keer de meeste saves van de MLB. Hij had de pech dat tijdens zijn loopbaan andere grote closers actief waren, zoals Dennis Eckersley, Trevor Hoffman en Mariano Rivera. Er zijn bovendien maar weinig relievers toegetreden tot de Hall of Fame dus de kans lijkt klein dat Franco dit ooit zal doen.
Juan Gonzalez
Gonzalez was een van de vele krachtige outfielders in de jaren negentig. Op het eerste gezicht lijkt hij een goede kans te maken op de Hall of Fame. Hij werd immers twee keer MVP en was nog twee andere jaren league leader in homeruns. Hij sloeg in zes seizoenen 40 of meer homeruns en sloeg een keer 39 homeruns, hij kwam uiteindelijk uit op 434 homeruns (37e aller tijden). Zijn career average is .295 en hij sloeg 1404 punten binnen. Als je verder kijkt dan alleen de nummers snap je waarom het niet zeker is dat hij de Hall of Fame zal halen. Zijn twee MVP titels zijn twee van de meest discutabele ooit: in beide gevallen waren veel mensen het erover eens dat er meerdere betere keuzes waren. Bovendien werd Gonzalez door Jose Canseco in verband gebracht met steroids. Canseco zou ze zelfs zelf toegediend hebben bij ‘Gonzo’.
Marquis Grissom
Grissom was een snelle outfielder, die in de jaren negentig uitkwam voor de Expos, Braves, Indians en de Brewers en tussen 2001 en 2005 kwam hij uit voor de Dodgers en de Giants. Hij stond vooral bekend om zijn snelheid en zijn defense. Hij won vier Gold Gloves en is een van tien spelers die ooit twee keer 75 of meer gestolen honken hadden. Hij kon ook aardig slaan (sloeg twee keer boven de .300) en had redelijk wat power. Van de 10 spelers die in twee seizoenen 75 of meer gestolen honken hadden, waren er maar twee die in diezelfde jaren ook 20 of meer homeruns sloegen: Hall of Famer Rickey Henderson en Marquis Grissom. Grissom maakt dus zeker kans op Cooperstown, maar die kans lijkt niet heel groot.
Lenny Harris
Harris is van alle spelers op de ballot verreweg de minst bekende. Ik moet eerlijk bekennen dat ik nog niet eerder van hem gehoord had. De meeste spelers op de ballot zijn of van vlak voor mijn tijd, maar wel bekend door verhalen of computer games. Anderen ken ik van televisie, maar de naam Lenny Harris kon ik mij niet herinneren. Onderzoek leerde mij dat dit niet heel vreemd is, hij was verre van een grootse speler. Joe Posnanski, schrijver van Sports Illustrated, schreef over Harris het volgende:
“I remember Lenny Harris from my days writing about the mid-90s Cincinnati Reds. He was a fine pinch hitter.” Harris is bekend geworden vanwege het feit dat hij het all time record voor pinch hits brak met 262. We zullen hem met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid niet in Cooperstown terug zien.
Bobby Higginson
Higginson speelde als outfielder al zijn elf seizoenen in het shirt van de Detroit Tigers. Hij lijkt net als Harris geen kanshebber op de Hall of Fame. Hij stond vooral bekend om zijn arm, maar behoorde de afgelopen 15 jaar waarschijnlijk niet eens bij de top 20 beste outfielders, laat staan de beste outfielders aller tijden. Higginson sloeg maar twee seizoenen boven de .300, sloeg nooit meer dan 200 hits, sloeg nooit meer dan 27 homeruns en had slechts twee seizoenen meer dan 100 RBIs. Ik verwacht dat we hem volgend jaar niet meer op de ballot terugzien.
Charles Johnson
Deze catcher won in zijn eerste vier jaar een Gold Glove en dan voornamelijk vanwege zijn arm. Hij gooide in 1996 48% van honklopers uit, in 1997 – het jaar waarin hij met de Marlins de World Series won – was dat 47%. In 1997 was hij ook All-Star, net als in 2001. 2000 was zijn beste – eigenlijk zijn enige goede – seizoen aan slag. Hij sloeg dat jaar .304 met 31 homeruns en 91 RBIs voor de Baltimore Orioles en de Chicago White Sox. Na dat seizoen ging het eigenlijk allemaal bergafwaarts met Johnson. Tijdens zijn loopbaan werd hij op defensief gebied voorbijgestreefd door Ivan Rodriguez. Ook hem verwacht ik niet terug te zien op de ballot van 2012.
Al Leiter
Leiter debuteerde op 21-jarige leeftijd door bij de New York Yankees. Pas in ’94 – inmiddels 29 jaar – brak hij door als linkshandige starter voor de Toronto Blue Jays. Op 11 mei 1996 gooide Al Leiter zijn beste wedstrijd ooit. Hij gooide voor de Marlins in de wedstrijd tegen de Colorado Rockies de 240ste no-hitter in de geschiedenis van de MLB (zijn catcher in die wedstrijd was Charles Johnson). Hij werd dat jaar voor het eerst All-Star, iets wat hij in 2000 nog een keer werd. In 1998 lukte hem dat niet, maar dat was wel het beste seizoen uit zijn loopbaan. Hij ging dat jaar 17-6 met een ERA van 2.47. Zijn career stats zullen echter niet genoeg zijn voor een plek in de Hall of Fame. Er waren tijdens zijn loopbaan te veel goede lefties. In de komende jaren zullen bijvoorbeeld Tom Glavine, Randy Johnson en Andy Pettitte op de ballot verschijnen.
Tino Martinez
Martinez werd vooral bekend als de eerste honkman van de zeer succesvolle New York Yankees aan het eind van de jaren ’90. Hij brak door bij de Seattle Mariners na daar eerst een aantal middelmatige jaren gekend te hebben. In 1995 brak hij definitief door met een seizoen waarin hij .297 sloeg met 31 homeruns een 111 RBIs waarmee hij een plek in de All-Star Game verdiende. Een jaar later werd hij door de Mariners naar de Yankees gestuurd in een trade. Daar werd hij een van de grootste power hitters in de line up. In zes jaar bij de Yankees sloeg Martinez vijf keer meer dan 100 punten binnen. Zijn beste jaar was 1997, waarin hij opnieuw All-Star werd hij tweede in de MVP voting achter Ken Griffey Jr., die als enige een beter seizoen kende. Tino sloeg .296 met 44 homeruns en 141 RBIs. In 2002 vertrok Martinez naar de Cardinals en sindsdien ging het elk jaar iets minder. Hij kwam via de Devil Rays weer terug bij de Yankees, waar hij zijn carrière afsloot en nu coach is in de minor league. Martinez was een hele goede slugger, maar staat niet in de top 5 van zijn tijdperk en de kans lijkt daarom klein dat hij tot de Hall of Fame toegelaten wordt. Ik denk wel dat hij volgend jaar terugkeert op de ballot.
Raul Mondesi
Toen Mondesi doorbrak in de Major League werd verwacht dat hij de Hall of Fame zou bereiken. Na zijn eerste volledige seizoen – op 23-jarige leeftijd – werd hij Rookie of the Year voor de Los Angeles Dodgers. In het jaar dat daarop volgde was hij All-Star en won hij een Gold Glove. Hij had power, snelheid en een hele sterke arm, maar hij kon zijn belofte nooit helemaal waar maken. Hij speelde later voor de Blue Jays, de Yankees, D’backs, Pirates, Angels en Braves. Zijn career stats zijn .273 met 271 homeruns en 860 RBIs. Hij zal de Hall of Fame niet halen.
John Olerud
John Olerud kennen we in nog van zijn helm, die hij in het veld als pet droeg. Hij droeg deze helm uit voorzorg, omdat hij in zijn college tijd een aneurysma in zijn hersenen opliep. Zijn carrière is te vergelijken met die van Mattingly. Beide spelers waren goede defensieve eerste honkmensen en line drive hitters. Olerud kende zijn beste seizoen in 1993 voor zijn eerste team: de Blue Jays. Hij sloeg dat jaar .363 met 200 hits en was league leader in average, doubles, OBP, OPS en intentional walks. Olerud werd dat jaar All-Star en eindigde achter Frank Thomas en teamgenoot Paul Molitor als derde in de AL MVP voting. Hij speelde later nog voor de Mets, waarvoor hij in 1998 nog .354 sloeg, de Mariners, de Yankees en de Red Sox. Hij wist echter nooit twee of meer echt goede seizoenen aan elkaar te reigen. Zijn career stats: .295, 2239 hits waarvan 255 homeruns, 500 doubles en 13 triples. Hij sloeg 1230 punten binnen, was twee keer All-Star, won 3 Gold Glove Awards en won twee keer de World Series met de Blue Jays. Hij valt wat mij betreft in de categorie heel goed, maar net geen Hall of Fame. Er waren simpelweg betere eerste honkmannen in zijn tijd.
Rafael Palmeiro
Een van die eerste honkmannen was zeker Rafael Palmeiro. Iemand die op basis van zijn career stats zeker een plaats in de Hall of Fame verdient. De geboren Cubaan speelde in zijn carrière voor de Cubs, de Rangers (2x) en de Orioles (2x). Hij is een van vier spelers die ooit 3000 hits en 500 homeruns sloegen (3020 en 569), de andere drie zijn bekende Hall of Famers Hank Aaron, Willie Mays en Eddie Murray. Als dit nog niet genoeg zegt: hij scoorde ook 1663 runs en sloeg 1835 punten binnen (15e all time). Maar, en dit is een grote maar, zijn naam kwam voor in het Mitchell Report. Hij wordt ervan verdacht steroids gebruikt te hebben. Net als McGwire verklaarde hij voor de Supreme Court dat hij dit niet gedaan had. Waar McGwire dit jaar echter toegaf, blijft Palmeiro in alle toonaarden ontkennen. Er is een splitsing zichtbaar tussen schrijvers die vinden dat ze er zijn om op de statistieken af te gaan en er zijn schrijvers die vinden dat Palmeiro en McGwire ‘cheaters’ zijn. Het is voor beiden voorlopig de vraag of de eerste groep in de komende jaren groter wordt, zodat hun kansen op de Hall of Fame stijgen. Dit jaar zullen beiden in elk geval nog niet Cooperstown ingestemd worden.
Kirk Rueter
Rueter is geen Hall of Famer. Hij begon zijn loopbaan als linkshandige starter bij de Montreal Expos en had in zijn eerste jaar zijn enige Hall of Fame-waardige seizoen. Hij ging 8-0 met een ERA van 2.73, maar eindigde slechts als 7e in de ROY-voting in 1993. Zijn career stats zijn duidelijk niet goed genoeg voor Cooperstown. Hij won 130 wedstrijden en verloor er 92, hij eindigde met een ERA van 4.27 en slechts 818 K’s in meer dan 1900 innings. Rueter zien we volgend jaar niet meer terug op de ballot.
Benito Santiago
De tweede catcher op de ballot. Ook deze catcher stond vooral bekend om zijn defense, maar kon aanvallend nooit echt overtuigen. In 1987 werd hij voor de San Diego Padres Rookie of the Year. Hij speelde in zijn loopbaan voor negen teams, was 5 keer All-Star en won 3 Gold Gloves. Santiago zal de Hall of Fame niet halen, maar we kunnen nog wel even stilstaan bij de manier waarop hij als catcher zijn aangooien maakte. Hij deed dat op een sensationele manier en was de eerste die dit zo deed. In plaats van snel op te springen om naar het honk te gooien, zoals alle andere catchers, ging hij op een knie en gooide al zittend naar het honk.
B.J. Surhoff
Nog een speler die we volgend jaar waarschijnlijk niet meer terug zien op de ballot. Hij is inmiddels wel lid geworden van de Hall of Fame van de Baltimore Orioles. Surhoff is een van de weinige spelers in de geschiedenis van de Major League die op elke veldpositie gespeeld heeft. Hij debuteerde als catcher en speelde later vooral derde honk en outfield. Zijn career stats: .282 average met 2326 hits, 188 homeruns en 1153 RBIs. Hij was in 1999 All-Star.
Larry Walker
De laatste kandidaat komt gelukkig een stuk dichter in de buurt van de Hall of Fame. Hij speelde in zijn carrière voor de Expos, de Rockies en de Cardinals. Larry Walkers career stats zijn: .313 AVG met 383 homeruns en 1311 RBIs. Hij was 5 keer All-Star, won 7 Gold Gloves en 3 Silver Slugger Awards. Walker floreerde in het hooggelegen Colorado en werd in 1997 MVP in de National League. Hij sloeg dat jaar .379 met 37 homeruns en 115 RBIs. Walker won bovendien naast dit seizoen nog twee keer de batting title in de NL. Zijn career career slugging percentage was .566 en zijn on-base percentage .400. Hele mooie stats, die hem zeker een kans geven om Cooperstown te bereiken. Hij zal het zeker niet in zijn eerste jaar halen, omdat er te veel schrijvers zijn die vinden dat hij heel veel profijt heeft gehad van de omstandigheden in Colorado, waar de ballen door de ijle lucht net even wat verder lijken te vliegen.
Laat weten van wie jij vindt dat zij een plek in de Hall of Fame verdienen in de poll rechts van deze post. Op 1 januari post ik de spelers op wie ik zou stemmen en de spelers die door jullie, lezers van All Bases Covered, gekozen werden.