Jackie Robinson Day


15 april is de dag van het debuut van Jackie Robinson in de Major League. In voorbereiding op die dag daarom een stuk dat ik eerder voor Playball Journal schreef. Het stuk werd eerder vandaag in het Parool gebruikt als basis voor een groot artikel over Robinson, naar aanleiding van de film ’42’ die deze week uitkwam in Amerika.

We hebben in Nederland op school allemaal geleerd over Martin Luther King Jr. en zijn droom, we weten dat Rosa Parks weigerde achterin de bus te gaan zitten, we kennen de naam van Malcolm X en weten wat Muhammad Ali en bovengenoemden betekend hebben voor de strijd tegen discriminatie en voor de burgerrechten van de “African-Americans”. We krijgen zelden of nooit te horen over de man, die in deze strijd misschien wel het meeste van iedereen betekend heeft: Jackie Robinson.

Jack Roosevelt Robinson werd geboren op 31 januari 1919 in Georgia. Zijn tweede naam verwijst naar de Amerikaanse president Theodore Roosevelt, die een maand voor zijn geboorte overleed. Jackie was de jongste in een gezin van vijf dat, nadat hun vader hen verlaten had, naar Pasadena, California, verhuisde. Als gekleurde jongens werden Robinson en zijn vriendjes vaak buitengesloten van activiteiten met de blanke kinderen. Als gevolg daarvan sloot hij aan bij een ‘gang’ in zijn buurt. Zijn vriend Carl Anderson overtuigde hem eruit te stappen en zich op zijn opleiding te richten.


Op high school en junior college speelde hij in navolging van zijn broers Frank en Mack (die in 1936 een zilveren medaille won op de 200m tijdens de Olympische Spelen van Berlijn, vlak achter Jesse Owens) verschillende sporten. Hij speelde vier sporten op ‘varsity’ niveau: honkbal, American football, basketbal en atletiek. Zijn goede prestaties op Pasadena Junior College bezorgden hem een ‘full scholarship’ voor het grote UCLA. Op die school blonk hij vooral uit in football en was hij geen hele opvallende honkballer.

Omdat zijn familie geld nodig had en hij met zijn vriendin Rachel (ook UCLA) wilde trouwen, besloot hij vlak voor zijn afstuderen te stoppen met zijn studie en op zoek te gaan naar een baan. Na een lange zoektocht kwam er in 1941 een brief van de Amerikaanse overheid. Hij werd ‘assistant athletic director’ bij de National Youth Administration. Toen de overheid deze instantie ophief, probeerde hij kortstondig om een professionele football-speler te worden, maar na de Japanse aanval op Pearl Harbor werd hij opgeroepen voor het leger.

In twee jaar in het leger liep hij als kleurling tegen veel problemen aan. Zijn blanke officiers moesten vaak niets van hem hebben en gaven hem straf voor dingen die hij nooit gedaan had. Toen hij op een gegeven moment voor de rechter moest verschijnen voor opnieuw iets wat hij niet had gedaan, miste hij de vlucht van zijn bataljon (het eerste bataljon met donkere militairen), dat in Europa streed. Robinson heeft nooit gevochten in het leger, maar werd wel luitenant. Toen hij in 1944 uit het leger kwam, volgde hij de raad op van iemand die hij in het leger had leren kennen: hij besloot een try-out aan te vragen bij de Kansas City Monarchs

Negro Leagues
De Monarchs speelden in de Negro Leagues, de honkbalcompetitie waarin de donkere spelers speelden, omdat zij op dat moment nog niet toegelaten werden tot de Major League. Begin 1945 kreeg Robinson een brief terug van de Monarchs waarin zij hem uitnodigden om professioneel honkbal voor hen te komen spelen. Robinson tekende een contract dat hem 400 dollar per maand opleverde.

Robinson speelde erg goed voor de Monarchs, maar had het er niet erg naar zijn zin. Het beviel hem slecht dat alle spelers om hem heen dronken en gokten en dat hij na elke wedstrijd uren in de bus moest zitten op weg naar de volgende wedstrijd. Met zijn verloofde Rachel had hij alleen nog contact via brieven. Hij was dan ook erg blij met de kans die de Red Sox hem en een aantal andere Negro League-spelers bood voor een try-out. Des te groter was de teleurstelling toen bleek dat de try-out een farce was, bedoeld om de voorzitter (die graag wilde dat ook gekleurde spelers een kans kregen) tevreden te houden. In een stadion waarin geen publiek, maar alleen scouts en coaches aanwezig waren, kregen Robinson en de andere spelers alsnog allerlei racistische leuzen te horen.

Branch Rickey
In het seizoen 1945 sloeg Robinson .387 met 5 home runs en 23 RBIs en in 47 wedstrijden stal hij 13 honken. Na het seizoen kreeg hij een nieuwe aanbieding voor een try-out. Een scout van de Brooklyn Dodgers vroeg hem in opdracht van general manager Branch Rickey mee te gaan naar New York. Toen Robinson dit aan zijn teamgenoten vertelde, grapten zij wat en reageerden zij sceptisch. De man zou hem wel in de maling genomen hebben of het was weer zo’n try-out als bij de Red Sox. Jackie besloot dan ook niet, zoals afgesproken, de man te ontmoeten op het station bij de trein naar New York.

’s Avonds werd er, terwijl hij in bed lag, op de deur gebonsd. Het was de scout, die zich afvroeg waarom hij niet was gekomen. Hij wist Robinson ervan te overtuigen dat het geen grap was en Robinson reisde mee naar New York, waar hij voor het eerst Rickey ontmoette. Rickey zag zijn team na de oorlog een stuk minder sterk terugkeren en wilde ten koste van alles weer winnen. Hij ging daarom op zoek naar talent in Midden- en Zuid-Amerika en zelfs in de Negro League. Uit alle grote talenten koos hij Jackie Robinson, omdat hij verwachtte dat Robinson het beste met alle onrust op en buiten het veld om zou kunnen gaan. Hij testte deze weerstand in een gesprek op zijn kantoor waarin hij Robinson ondervroeg over hoe hij met verschillende situaties om zou gaan. Hij vroeg Robinson wat hij zou doen als hij in een situatie terecht kwam waarin een blanke speler hem voor een vol stadion uitschold en op zijn wang zou slaan, nadat hij eerder in het gesprek al meerdere keren had aangegeven dat het voor de slagingskans van Robinson en andere donkere spelers in de Major League belangrijk zou zijn dat Robinson niet in gevechten terecht zou komen. Robinson antwoordde: ,,Zoekt u iemand die te laf is om terug te vechten?” Waarop Rickey zei: ,,Nee, ik zoek iemand met genoeg lef om niet terug te vechten! Dus wat zou je doen als hij je op je wang sloeg?” ,,Ik heb twee wangen, meneer”, antwoordde Robinson. Een verwijzing naar het Amerikaanse gezegde ‘Turning the other cheek’, dat zoveel betekent als het beantwoorden van agressie zonder geweld. Na deze opmerking wist Rickey genoeg: Robinson was zijn man en kreeg een contract bij de Dodgers.

Minor League
Het contract bij de Dodgers zorgde ervoor dat Robinson met zijn verloofde Rachel kon trouwen. Zij kon nu naar New York verhuizen, waar ze een opleiding tot verpleegkundige zou gaan volgen. Robinson begon in zijn eerste seizoen tussen de blanke spelers in Spring Training in Florida. Florida ligt in het zuiden van Amerika en in de zuidelijke staten was het racisme nog een stuk erger dan in de rest van het land. Rickey, Robinson en de Dodgers werden dan ook behoorlijk tegengewerkt in hun poging de eerste donkere speler in de Major League te krijgen sinds de ‘color line’ in 1880 ingesteld werd.

In Jacksonville werd een wedstrijd afgelast toen de gemeente hun team had verboden te spelen tegen een team met daarin een donkere speler. Robinson was overigens niet de enige gekleurde speler in Spring Training bij de Dodgers. Ook zijn teamgenoot Johnny Wright kreeg een kans. Beide spelers werden na Spring Training naar Montreal gestuurd om daar voor het Triple-A team van de Dodgers te spelen: de Royals.

Op 18 april 1946 maakte Robinson zijn debuut voor de Montreal Royals. In de wedstrijd tegen de Jersey City Giants sloeg uit 4-uit-5 met een home run, scoorde vier punten, had drie RBIs en twee gestolen honken. De Royals versloegen de Giants met 14-1 en de professionele carrière van Robinson kende een mooie start. Langzaamaan begon hij dankzij sterke sportieve prestaties de harten van teamgenoten en de fans van de Royals voor zich te winnen. Toch had hij nog veel last van racisme, zeker op ‘road trips’. Bij uitwedstrijden kreeg hij de meest verschrikkelijke dingen naar zijn hoofd geroepen, maar het lukte Robinson om kalm te blijven en zich te focussen op zijn prestaties op het veld.

Die prestaties waren zo goed dat hij in zijn eerste jaar meteen MVP werd in de International League. Hij sloeg in 1946 .349 met 3 home runs, 66 RBIs en 40 gestolen honken. Het jaar erop keerde hij terug in Florida voor Spring Training en vocht hij voor een plek in het Major League-team. De Dodgers hadden al een sterke tweede honkman in Eddie Stanky, maar de strijd om het eerste honk lag nog volledig open en Branch Rickey besloot daarom Robinson om te turnen tot eerste honkman.

Brooklyn Dodgers
Toen een aantal spelers van de Dodgers uit de zuidelijke staten doorkreeg dat de kans bestond dat Robinson het team zou halen, besloten zij een petitie rond te laten gaan waarin zij de toevoeging van een donkere speler aan het team bestreden. Op het moment dat Branch Rickey hier lucht van kreeg, riep hij de betreffende spelers bij zich in zijn kantoor en maakte hij hen duidelijk dat hij niet zou toestaan dat zijn spelers het recht van een andere Amerikaan om in de Major League te honkballen zouden blokkeren.

Robinson won de strijd om de eerste honk-positie en maakte op 15 april 1947 voor de ogen van 23.623 toeschouwers (onder wie zeker 14.000 kleurlingen) in Ebbets Field zijn legendarische Major League-debuut met rugnummer 42. Zijn opkomst in de Major League werd door media, fans en tegenstanders met gemengde gevoelens ontvangen. Robinson kreeg nog altijd veel te maken met racisme. De St. Louis Cardinals dreigden ooit te zullen staken als zij tegen Robinson moesten spelen. President Ford Frick van de National League kondigde aan spelers, die zouden staken, zwaar te zullen straffen en uiteindelijk kwam het er niet van. Toch waren er spelers, managers en fans, die probeerden via racistische uitlatingen Robinson uit de Major League weg te pesten. Vlak voor een wedstrijd tegen de Cincinnati Reds op Crosley Field kreeg hij ooit een dreigbrief van Reds-fans, die hem bedreigden met de dood als hij op het veld zou stappen in Crosley Field.

De Dodgers maakten duidelijk dat Robinson nergens heen ging via uitingen van het front office en latere manager Leo Durocher. Durocher zei er het volgende over tegen de spelers van zijn eigen team: “I do not care if the guy is yellow or black, or if he has stripes like a fuckin’ zebra. I’m the manager of this team, and I say he plays. What’s more, I say he can make us all rich. And if any of you cannot use the money, I will see that you are all traded.”

Ondanks alle verschrikkelijke randzaken kenden Robinson en de Dodgers een goed seizoen. De Dodgers werden kampioen in de National League en bereikten de World Series, waarin de Yankees met 4-3 te sterk bleken. Robinson sloeg in 1947 .297 met 12 home runs en 48 RBIs. Hij was league-leader in gestolen honken met 29 en kreeg in 1949 met terugwerkende kracht de Rookie of the Year Award van 1947 (de Rookie of the Year Awards worden pas sinds 1949 uitgereikt).

Boys of Summer
De Dodgers groeiden in de jaren ’40 en ’50 uit tot één van de meest populaire en succesvolle teams in de Majors. Naast Jackie Robinson speelden er grote namen als Duke Snider, Pee Wee Reese, Roy Campanella, Carl Furillo, Carl Erskine, Don Newcombe en een hele jonge Sandy Koufax. Onder leiding van deze grote spelers bereikten de ‘Boys of Summer’, zoals Roger Kahn de Dodgers in zijn boek noemt, tussen 1947 en 1956  zes keer de World Series. 1949 was statistisch gezien het beste seizoen uit de loopbaan van Robinson, die een jaar eerder al de full-time tweede honkman van de Dodgers was geworden. Hij sloeg dat jaar .342 (beste slagman) met 16 home runs, 124 RBI’s en 37 gestolen honken (eveneens league-leader). Voor het eerst in zijn carriere was hij speler in de All-Star Game en werd hij bovendien gekozen tot Most Valuable Player in de National League. Toch eindigde het seizoen in mineur toen hij met de Dodgers de World Series met 4-1 verloor van de Yankees, die in die tijd heer en meester waren in de Major League.

In de jaren die erop volgden was Robinson nog vijf keer op rij All Star en groeide hij uit tot grote ster in de honkbalwereld en in heel Amerika. Andere donkere spelers hadden hem gevolgd van de Negro Leagues naar de Major League. Het racisme nam af en Amerika werd steeds meer een eenheid. Toch knaagde er nog iets aan Robinson. Al vier keer had hij de World Series bereikt met de Dodgers, maar het lukte maar niet om de Yankees te verslaan.

1955 was voor Robinson persoonlijk geen sterk seizoen, statistisch gezien was het zelfs het slechtste uit zijn loopbaan, maar voor de Dodgers werd de ban eindelijk gebroken. De fans werden eindelijk beloond met hun eerste World Series-titel, nadat zij al zeven keer hadden moeten toezien hoe een team uit Brooklyn de Fall Classic verloor. In een zinderende serie wonnen de Yankees in Yankee Stadium de eerste twee wedstrijden, maar de Dodgers wonnen hun drie eigen thuiswedstrijden ook, waardoor ze met een 3-2 voorsprong weer naar Yankee Stadium gingen. De eerste wedstrijd in de Bronx werd gewonnen door de Yankees, maar de beslissende wedstrijd ging met 2-0 naar de Dodgers en het feest kon losbarsten in Brooklyn.

Robinson deed in deze serie van zich spreken met de beroemde ‘steal of home’. In de eerste wedstrijd besloot hij te proberen om thuis te stelen en gleed hij volgens de scheidsrechter onder de handschoen van catcher Yogi Berra door om zo een punt te scoren. Beelden van één van de meest beroemde gestolen honken aller tijden zijn te zien op Youtube.
In 1956 bereikten de Dodgers opnieuw de World Series, maar Robinson ondervond steeds meer hinder van zijn diabetes. De Dodgers verloren de serie van de Yankees en Robinson besloot na het seizoen te stoppen.

Nalatenschap
Jackie Robinson was veel meer dan alleen een honkballer. Voor een generatie waarvoor het einde van culturele segregatie eerder een droom was dan een realiteit was Jackie Robinson een grote held. Hij gaf de “African Americans” een rolmodel en liet ze zien dat hun dromen werkelijkheid konden worden. De rol van sport en honkbal in het algemeen was erg groot. Het was in die tijd nog verreweg de grootste en meest populaire sport in Amerika en was elke dag in het nieuws. Iedereen was op de hoogte van de prestaties van Jackie Robinson en waar dat bij veel mensen in eerste instantie een negatieve reactie uitlokte, zorgde het er uiteindelijk voor  dat iedereen elkaar als een gelijke ging zien. Niet alleen binnen het honkbal, maar ook in de maatschappij. Ook na zijn honkballoopbaan bleef Robinson zich inzetten in de strijd voor gelijke rechten. In 1963 liep hij mee in ‘The March on Washington’ waarin 250.000 kleurlingen in een vredige demonstratie voor gelijke rechten door Washington liepen. Het was de dag waarop Martin Luther King Jr. zijn beroemde ‘I have a dream’-speech gaf.

De diabetes zorgde ervoor dat Jackie Robinsons gezondheid snel achteruit ging. In die tijd waren de medicijnen simpelweg nog niet goed genoeg. Hij was gelukkig nog redelijk gezond toen hij in 1962 als eerste gekleurde speler werd toegelaten tot de Hall of Fame. In 1972 werd zijn rugnummer 42 uit de roulatie gehaald door de Dodgers. Niemand zou in (inmiddels) Los Angeles ooit nog met het rugnummer van de legendarische Robinson spelen. In 1997 besloot Major League Baseball dat het tijd was dat het rugnummer door geen enkele speler meer gedragen zal worden. 42 is een ‘retired number’ en mocht alleen nog gedragen worden door spelers die het nummer in 1997 zelf al hadden. Mariano Rivera, de toekomstige Hall of Fame closer van de New York Yankees, is de laatste speler met het rugnummer 42 in de MLB, een waardige drager van het nummer volgens velen. In 1999 werd Robinson postuum benoemd tot lid van het Major League Baseball All-Century Team, met daarin de beste spelers van de eeuw. Naast Robinson werden vijf andere donkere spelers gekozen in dit team.

Na het debuut van Robinson in de MLB volgden vele andere donkere spelers. Een paar maanden na het debuut van Robinson was Larry Doby van de Cleveland Indians de eerste gekleurde speler in de American League. Twee weken later maakte ook Hank Thompson zijn debuut voor de St. Louis Browns. Grote namen als Satchel Paige (Indians), Don Newcombe (Dodgers), Roy Campanella (Dodgers), Willie Mays (Giants),  Hank Aaron (Braves) en Ernie Banks (Cubs) volgden al snel. Een aantal van deze spelers werd zowel verkozen tot de National Baseball Hall of Fame als de Negro Leagues Hall of Fame.

In de tussentijd groeiden meerdere donkere spelers uit tot de toppers van hun tijdperk en Hall of Famers. Bob Gibson, Reggie Jackson, Rickey Henderson, Joe Morgan, Eddie Murray, Andre Dawson, Dave Winfield, Tony Gwynn, Kirby Puckett, Jim Rice, Frank Robinson, Willie Stargell, Rod Carew, Lou Brock, Willie McCovey en Ozzie Smith zijn bekende gekleurde Hall of Famers. En dan zijn er nog spelers als Ken Griffey Jr., Derek Jeter, Frank Thomas en Barry Bonds, die in de komende jaren kans maken op een plek in de Hall of Fame. Al deze spelers hebben deze mogelijkheid dankzij de heldendaden van Jackie Robinson.

Ter nagedachtenis van Jackie richtte zijn vrouw Rachel de Jackie Robinson Foundation op. Deze stichting heeft als missie het bieden van ‘full scholarships’ aan minder bedeelde jongeren. Geheel in de gedachte van Jackie zelf probeert Rachel Robinson het leven van anderen positief te beïnvloeden. Jackie Robinson zei daar ooit zelf over: ,,A live is not important except in the impact it has on other lives.”

Jackie Robinson Day
Major League Baseball riep in 2004, 32 jaar na het overlijden van Robinson op 24 oktober 1972, Jackie Robinson Day in het leven. Deze dag is de enige uitzondering op de regel dat niemand meer met rugnummer 42 mag spelen. Op 15 april, de datum waarop Robinson debuteerde, mag iedereen in de Major League juist wel met nummer 42 op zijn rug spelen en coachen. Op deze manier wil Major League Baseball ervoor zorgen dat nooit wordt vergeten wat Jackie Robinson heeft betekend voor de honkbalsport en de strijd voor gelijke rechten voor alle rassen en afkomsten. Robinson heeft een gigantische ‘legacy’ en gaat niet alleen de geschiedenis in als één van de grootste honkballers aller tijden, maar vooral als groot mens.

,,Even the great Martin Luther King Jr. couldn’t understand how a person in this time of our history would have to go through what Jackie Robinson went through everyday, because he wanted to play baseball and had the audacity to play baseball in the United States of America” – Don Newcombe, teamgenoot van Robinson bij de Dodgers tussen ’49 en ’56.